Nog meer plaatselijke kerkgeschiedenis
Overzicht van de voorgeschiedenis, het ontstaan en het voortbestaan van de Gereformeerde Kerk te Mariënberg.
De vele gegevens voor dit overzicht zijn verzameld door ouderling W. Tempelman.
Januari 1926: In de gereformeerde school te Beerzerveld werd een eerste vergadering gehouden van de manslidmaten wonende in Beer-zerveld, aan de Beerzerhaar en enkele van Bergentheim. Tevens waren aanwezig: ds. Broekroelofs uit Vroomshoop en ds. Dijkstra uit Bergentheim. De leiding berustte bij meester G. Dijkstra. Gesproken werd over de noodzakelijkheid en mogelijkheid alhier een nieuwe gemeente te stichten, alsmede over de eventuele grenzen ervan. Vroomshoop toonde zich een groot voorstander van het beoogde doel. Bergentheim voelde er weinig voor. Ter vergadering werd een comité benoemd tot verdere voorbereiding. Daarin kregen zitting de broeders W. Hento, G. Dijkstra en E. Reiling. Daartoe door de vergadering gemachtigd breidde zij haar ledental uit met de broeders G. de Lange, K. Oordt, K. Olsman, G. Hans, G. J. Homeijer en H. Brouwer, terwijl als adviserende leden zitting namen: J. Bosch, L. Jaspers en G. Willems (kerkenraadsleden van Vroomshoop). Verder werden er vergaderingen gehouden te Beerze, Diffelen en Sibculo, ter bespreking van de vraag zich eventueel bij de nieuwe gemeente te voegen. Het plan was aanvankelijk dat deze gevestigd zou worden in Beerzerveld. Dit comité heeft zeer veel werk verricht. De kerkenraad van Vroomshoop, die het streven van het comité goed gezind was, deed de toezegging, dat de kerkelijke bijdragen van hun leden, die ze door eventuele instituering van een gemeente in Beerzerveld zouden verliezen, zouden worden terugbetaald over de jaren 1926 en 1927. De Kerk te Bergentheim wilde niets, zo staat het letterlijk in het verslag. Intussen had de classis ± 1 juli 1927 met grote meerderheid besloten tot het instellen van een commissie van onderzoek (3 predikanten en 2 ouderlingen). Bij een rondgang door Beerzerveld, Beerzerhaar en aan de Kloosterdijk werd fl 2.400,-- toegezegd. Ook heeft dit comité, na advies, zonder toestemming van de desbetreffende kerkenraden, gecollecteerd in de buurtschap-pen Sibculo, Beerze, Diffelen en 't gedeelte van Bergentheim, dat zich uitstrekt tot de zogenaamde schoolgrens (Klooster-dijk). Dit bracht een toezegging van fl 1.000,-- op. Totaal dus fl 3.400,--. Met de toezegging van de kerkenraad van Vroomshoop kwam men op fl 5.500,--. Een bedrag dat te klein was om een kerkgebouw te stichten, staat er bij (maar toch te groot om in de bestaande toestand te berusten). Na vele besprekingen, - in nauwe samenwerking met de classiscommissie - ook met de genabuurde kerkenraden, werd besloten niet in Beerzerveld te bouwen, maar in Mariënberg.
Mei 1928. Op een vergadering van het comité tot stichting van een Gereformeerde Kerk te Mariënberg (eerst te Beerzerveld) werd besloten een bouwterrein te kopen van de heer W. Timmerman voor de prijs van fl 0.20 per vierkante meter (fl 2.000,-- per ha.): een perceel aan de waterleiding. Voorts kwam op deze vergadering een bouwplan ter tafel, dat meester Dijkstra ter hand was gesteld door ds. Vogelaar van Heemse. Het was een houten noodkerk. Daarin zou meubilair, enz. geplaatst kunnen worden als in een gewoon kerkgebouw. Dit zou dan een besparing geven van fl 10.000,--; wanneer dit voorlopig gebouw 10 à 15 jaar meeging, zou dat een aanzienlijke rentebesparing geven.
12 oktober 1928: In café Klinkhamer te Mariënberg werd een eerste comité- en ledenvergadering gehouden onder leiding van afgevaardigden van de Kerken te Heemse en Vroomshoop, die door de classis Ommen van 3 oktober 1928 waren aangewezen om instituering van een Gereformeerde Kerk te Mariënberg voor te bereiden. Er werden dubbeltallen opgemaakt voor de verkiezing van 4 ouderlingen en 4 diakenen, wonende binnen de grenzen zoals die door de classis waren vastgesteld.
19 oktober 1928: In een tweede vergadering, gehouden in een lokaal van de gereformeerde school te Beerzerveld, onder leiding van afgevaardigden van de classis zijn 8 kerkenraadsleden gekozen door 66 manslidmaten, die aan de verkiezing hebben deelgenomen. Deze eerste kerkenraad bestond uit de broeders G. Willems, H. Nijman, E. Noodveld en G. Dijkstra, ouder-lingen en L. Jaspers, L. Grimmerink, E. Reiling en H. Welleweerd, diakenen.
2 november 1928: Bevestiging van de nieuwe ambtsdragers in een korte kerkdienst ('s vrijdagsnamiddags, 5 uur) in de lokalen van de gereformeerde school in Beerzerveld, die onder leiding stond van ds. Vogelaar (korte preek) en ds. Broekroelofs (bevestigingsformulier en instituerings-woord). 's Avonds: eerste kerkenraadsvergadering (in de school), onder presidium van ds. Vogelaar. Zielental: ± 400. Ds. Broekroelofs las de notulen van de laatstgehouden vergadering van de classicale commissie ter voorbereiding van de kerk-instituering. Het notulenboek van deze commissie alsmede dat van het comité tot stichting van een Gereformeerde Kerk te Mariënberg worden overgedragen aan de nieuwe kerkenraad. Tot preses hiervan werd benoemd broeder G. Dijkstra; tot scriba broeder E. Reiling; tot penningmeester broeder H. Welleweerd; tot 2e preses werd aangewezen de oudste broeder E. Noodveld (75 jaar). Op voorstel van ds. Vogelaar besloot de kerkenraad in principe, om over te gaan tot het bouwen van een houten noodkerk, omdat dit voordeliger is, teneinde in de gelegenheid te zijn om een goede pastorie te bouwen en zo spoedig mogelijk tot het beroepingswerk over te gaan. Besloten werd dat de predikanten Broekroelofs en Vogelaar dit principebesluit, waarover de gemeente zal worden gehoord, op een gemeentevergadering zullen toelichten en verdedigen. De predikant van Vroomshoop zal worden gevraagd de eerste kerkdienst op zondag 4 november te leiden.
5 november 1928: Op een gemeentevergadering in de gereformeerde school werd goedgevonden, dat de kerkenraad + 30 are grond koopt van de heer W. Timmerman voor de prijs van fl 0.20 per vierkante meter. Vooraf was echter gesteld de noodzaak, om zo spoedig mogelijk een eigen predikant te verkrijgen.
17 november 1928: Aanbesteding van het bouwen van de houten kerk. Door drie plaatselijke aannemers was als volgt ingeschreven H. Steen fl 4.033,--; J. Veurink fl 4.008,-- en K. Olsman fl 3.648,--. Gegund aan de laagste inschrijver.
8 maart 1929: Ingebruikneming van het houten kerkgebouw. Door de Gereformeerde Kerk te Lutten werd voor onbepaalde tijd een avondmaalsstel ter leen gegeven. Toen de Kerk alhier zich vrijmaakte is het door de kerkenraad van de gereformeerde kerk (syn.) van Lutten opgehaald - eind 1946 - en overgedragen aan de gereformeerde kerk(syn.) in Mariënberg.
12 juni 1929: Aanbesteding van het bouwen van de pastorie. Laagste inschrijven: Datema, De Krim voor fl 6.800,--. Totale bouwkosten (inclusief schilderwerk en kosten architect) fl 8.000,--.
20 oktober 1929: Intrede van de kandidaat A. J. Boss van Zwolle (beroepen op 1 juli), met een preek over Handelingen 8 : 35. Bevestiger was prof. dr. J. Ridderbos van Kampen. Aan ds. Boss was een traktement toegezegd van fl 3.000,--per jaar, met vrij wonen.
16 oktober 1932: Afscheid van ds. Boss wegens vertrek naar Nijmegen. Tekst Openbaring 3 : 11.
14 november 1932: Kandidaat P. H. Wolfert van Terneuzen beroepen; dit beroep werd aangenomen.
12 maart 1933: Bevestiging van kandidaat Wolfert door zijn schoonvader ds. Groeneveld van Terneuzen; aan de handlegging werd ook deelgenomen door ds. Boss. Bevestigingstekst Hebreeën 13 : 17. Intrede van ds. Wolfert met als tekst 1 Corinthiërs 2 : 2.
28 oktober 1933: Door de kerkenraad werd een commissie benoemd "om inzake een eventuele kerkbouw tot meerdere actie te komen". Deze bouwcommissie bestond uit 9 leden, namelijk 6 broeders uit alle delen van de gemeente, te weten: J. Heijink, H. Nijman, J. Bakker, L. Jaspers, J. Mennink en B. Gritter, waaraan uit de kerkenraad werden toegevoegd: ds. Wolfert (als voorzitter der commissie), G. van der Veen en G. Hans. De eerste vergadering was op 29 november 1933, de laatstgenotuleerde op 26 oktober 1936. Er werd tot de ingebruikneming van het nieuwe kerkgebouw 22 keer vergaderd, waaronder meermalen met de kerkenraad. Er waren ± 100 zitplaatsen te weinig in de houten kerk. Ook was er meer ruimte nodig voor de "jeugdorganisaties".
4 januari 1934: Op een gemeentevergadering werd éénstemmig besloten dat de bouwcommissie kon voortgaan met haar werk: voor een financiële actie gingen haar leden 2 aan twee de gemeente door. "De meeste dubbeltjes, kwartjes, guldens en rijksdaalders die op de lijsten getekend zijn, worden als offer gebracht". zo vermeldt het verslag van broeder G. van der Veen, dat hij als secretaris uitbracht bij de ingebruikneming van het kerkgebouw. (Hieraan werden ook de meeste van de volgende gegevens ontleend). De architect A. Wiersema te Bedum werd aangetrokken: hij kwam met een bouwplan in dezelfde geest als van een kerk-gebouw te Onderdendam, met plaats voor 450 personen en een toren van 20 meter hoog.
29 juni 1934: Aanbesteding: de laagste inschrijven was W. Hagedoorn te Lutten a.d. Dedemsvaart voor fl 13.997,--. Omdat dit boven het maximum lag, dat op 'n gemeentevergadering was vastgesteld wordt weer een gemeentevergadering gehouden........ "worden bezwaren genoemd, maar ook wordt gewezen op offers door onze vaders gebracht in den school-strijd. Wel moeten we meer opbrengen dan voorheen maar onder Gods zegen zal het ook kunnen. En alzoo zijn we uiteengegaan, geloovende, dat God het goede werk begonnen, ook zou voleinden".
3 juli 1934: Opdracht gegeven tot bouwen. De heer G. J. Flim werd verzocht de houten kerk te verplaatsen (door gebruikmaking van turflorries op rails). Het grondwerk werd door de gemeente verricht. "De broeder die aangesteld was om voor mannetjes te zorgen, kon ze aardig goed bij elkaar krijgen".
27 augustus 1934: Eerste steenlegging. Intussen was aan de heer H. Regeling opdracht verleend voor de kerk-meubilering te zorgen. De houten kerk werd naar Ambt Vollenhove verkocht, om daar weer dienst te doen. Uit "enige verborgen liefdebronnen" door ds. Wolfert aangeboord, werden de banken, stoelen en tafels in de lokalen bekostigd.
27 februari 1935: Ingebruikneming van het nieuwe kerkgebouw op woensdagnamiddag. Aanwezig onder andere ds. Slomp van Heemse, ds. Boss van Nijmegen en ds. Broekroelofs van Vroomshoop. Ds. Wolfert hield een preek naar aanleiding van Ps. 84 : 2. Thema: Het verlangen naar de woningen van den Heere der heirscharen. 1. het blijvende van deze woning. 2. het lieflijke van deze woning. Gewezen werd nog op de grote offervaardigheid van de gemeente. Toegezegd word in twee jaar fl 4.300,-- voor de bouw bijeen te zullen brengen: en dat in crisistijd ! Met de, woorden "Wij zijn rijk gezegend" en met de bede "dat God hier mag wonen en dit bedehuis met al wat er verricht wordt nog velen ten zegen mag zijn" droeg broeder G. van der Veen het kerkgebouw namens de bouwcommissie aan de kerkenraad en gemeente over. Op de gedenksteen staat geschreven: De eeuwige God zij u eene woning. (Deut. 33 : 27)
26 maart 1945: Ds. Wolfert werd - vlak voor de bevrijding - door de Duitsers gevangen genomen.
29 maart 1945: Ds. Wolfert (met nog 19 anderen, gijzelaars) bij Wierden door de Duitsers doodgeschoten, Ds. Stolte, gereformeerd predikant te Wierden, bracht dit droef bericht over. Op Goede Vrijdagmorgen, 30 maart, omstreeks 7 uur, had te Wierden de voorlopige begrafenis plaats.
16 april 1945: Na de bevrijding van de Duitse tirannie werd ds. P. H. Wolfert op de begraafplaats te Bergentheim her-begraven. Ds. Bavinck van Gramsbergen leidde de begrafenisbijeenkomst, die in ons kerkgebouw vooraf werd gehouden.
9 november 1945: Een beroep werd uitgebracht op ds. K. D. Gerber, predikant te Kootwijkerbroek, deze nam dit beroep aan.
24 maart 1946: Intrede van ds. Gerber, na bevestigd te zijn door ds. Colenbrander van Ommen.
24 mei 1946: Na op 20 mei 1946 de 19 bezwaarschriften uit de gemeente tegen de verlenging van de ambtsperiode van ouderling E. Reiling en diakenen - Kalsbeek gegrond te hebben verklaard, zodat het besluit tot deze verlenging niet kan worden uit-gevoerd besloot de kerkenraad - naar aanleiding van verzoeken in deze bezwaarschriften - op 24 mei op voorstel van ds. Gerber onder andere "de leeruitspraken der Generale Synodes, die in de jaren 1942 tot en met 1946 gehouden zijn" vanwege "ernstige bedenkingen" daartegen "niet meer voor vast en bondig te houden", evenmin als alle daaruit voort-vloeiende schorsingen en afzettingen van ambtsdragers, als in strijd met artikel 31 en 79 van de Kerkenordening. De kerkenraad besloot tevens met het synodaal kerkverband te breken en contact te "zullen zoeken met alle kerken die zich hebben vrijgemaakt van de zondige binding aan de leeruitspraken van 1942 tot en met maart 1946 en van de duidelijk openbaar geworden hiërarchie der Generale Synodes". - Van dit besluit is kennis gegeven aan de gemeente op zondag 26 mei. Tevoren zijn de kerkenraadsleden de gemeente doorgegaan om haar alvast in te lichten - . Tevens werd besloten ten aanzien van de kerkelijke goederen te trachten tot een minnelijke schikking te komen met die gemeenteleden, die de Synode wensten te volgen, en zulks met voorbijgang van de wereldlijke rechter. Voorts werd aan de - inmiddels gevormde - synodale kerkenraad voorlopig het medegebruik van ons kerkgebouw en de lokalen aangeboden (hiervan is maandenlang gebruik gemaakt). Omdat de synodale kerkenraad aan ons de wettige naam "De Gereformeerde Kerk te Mariënberg" betwistte, en deze naam voor zichzelf opeiste, achten zij het niet mogelijk om de voorgestelde minnelijke schikking (ponds-pondsgewijze verdeling van de bezittingen en schulden) in te gaan. Hierover is veel gecorrespondeerd met genoemde kerkenraad. Ruim één/vierde deel van de gemeente heeft zich toen onttrokken (ongeveer 200 van de + 700 zielen).
21 april 1957: Afscheid van ds. Gerber, wegens vertrek naar Hengelo (O).
4 augustus 1957: Ds. D. Deddens van Wetsinge-Sauwerd bij enkelvoudige kandidaatstelling bij acclamatie beroepen.
15 december 1957: Intrede D. Deddens, na bevestiging door zijn vader Prof. P. Deddens van Kampen.
5 mei 1963: Afscheid van drs. D. Deddens (tekst Deut. 32 : 11 en 12), wegens vertrek naar Leeuwarden.
23 juni. 1963: Intrede van ds. M. K. Drost, tot dat moment missionair predikant van de Kerk te Enschede-Noord.
19 april 1967: Afscheid van ds. Drost wegens vertrek naar Dalfsen.
3 september 1967: Intrede van ds. H. J. de Vries van Bedum.
16 augustus 1970: Afscheid van ds. de Vries wegens vertrek naar Amsterdam-Zuidwest.
21 februari 1971: Intrede van ds. A.C. Haitsma van Zaamslag (tekst Joh. 17 1-3) na bevestiging door ds. J. F. Heij te Amersfoort.
30 oktober 1971: Ds. Haitsma, na 'n hartaanval, plotseling afgelost van zijn taak hier op aarde. De laatste zondag preekte hij over Amos 8 : 11 en 12 en Zondag 20 van de H. Cat.
3 november 1971: Begrafenis van ds. Haitsma op de begraafplaats aan de Beerzerhaar. De daaraan voorafgaande rouwsamenkomst in het kerkgebouw werd geleid door ds. L. Moes van Bergentheim (consulent).
6 mei 1973: intrede van ds. R. te Velde van Hattem, die het tweede beroep van Mariënberg aannam. Bevestiger was ds. H. D. van Herksen van Heemse; tekst Efeze 4 vers 11 - 13). Intredetekst: Hebr. 12 vers 22 - 25a.
26 oktober 1973: Op een gemeentevergadering werd door de kerkenraad een opiniepeiling gehouden uitgaande van een (bestaand) plan tot uitbreiding van de vergaderlokalen. Op grond van de uitslag hiervan besloot de kerkenraad éénparig de (reeds bestaande) bouwcommissie op te dragen voort te werken aan de realisering van het bouwplan, en deze bouw in eigen uitvoering te nemen.
1 mei 1974: Nadat van het College van B. en W. van de gemeente Hardenberg een bouwvergunning voor de uitbreiding van vergader-lokaliteit werd verkregen werd onmiddellijk een aanvang gemaakt met de werkzaamheden. Het gehele complex werd in ± 62 werkweken door gemeenteleden gebouwd op avonden in de week en 's zaterdagsmorgens. Voor een betere toegankelijkheid van de garage werd een grondruil met de V.T.L. te Mariënberg overeengekomen.
29/30 augustus 1975: Officiële opening van "de Uythof" door mevrouw A. Haitsma-van der Heide door onthulling van een gedenksteen in de hal met als tekst 2 Cor. 5 : 9: "Daarom stellen wij er een eer in, hetzij thuis, hetzij in den vreemde, Hem welgevallig te zijn". Bij de keuze van de naam "de Uythof" is aansluiting gezocht bij de historie van Mariënberg. In 1406 werd nabij het kruispunt door monnik Johan Clemme (behorend tot de "broeders des gemenen levens") met een aantal medebroeders een klein, eerst houten, later stenen onderkomen gemaakt een "Uythof" geheten, om vandaar uit het klooster te Sibculo te bouwen. Deze "Uythof" heeft waarschijnlijk méér dan 150 jaar gefunctioneerd als geestelijk een maatschappelijk centrum onder leiding van het klooster te Sibculo.
21 mei 1978: Intrede van ds. S.S. Cnossen, gekomen van Spakenburg-Noord met als intredetekst Efeze 4 : 11 en 12. In de morgendienst werd dominee Cnossen bevestigd door ds. S. Cnossen van Hoogkerk. Zo heeft de HERE Zijn Kerk te Mariënberg meer dan 50 jaar in stand gehouden. In Zijn Verbondstrouw heeft Hij getrouwe voorgangers beschikt, waardoor het ambtelijk werk door kon gaan tot eer van Zijn Naam en heil van de leden.